Vasten en feesten
Op 11 november 2022 zaten wij om 5 uur ´s middags met z´n allen in de St. Odulphuskerk in Bakhuizen, waar de pastor het feest van Sint Maarten inluidde. Kinderen wachtten met hun al dan niet zelfgemaakte lampions vol gezonde spanning op het moment, waarop zij hun tassen konden vullen met vooral ongezonde dingen. Daarvoor moesten ze eerst een liedje zingen, zoals: “Sint Maarten, Sint Maarten, daar lopen twee tomaten, de ene heeft een petje op, de andere heeft een kale kop.” In de kerk zongen ze alvast het bravere liedje “11 november is de dag, dat mijn lichtje, dat mijn lichtje, 11 november is de dag, dat mijn lichtje branden mag.” Daaraan voegde de pastor toe: “12 december is de dag, dat de tandarts, dat de tandarts, 12 december is de dag, dat de tandarts boren mag.”
Het verhaal van Sint Maarten werd ook verteld. Toen de Romeinse soldaat Martinus op een dag een bedelaar bij de stadspoort aantrof, sneed hij de helft van zijn kostbare cape af en gaf deze aan de arme man. Het liefst had hij zijn hele cape afgestaan, maar deze was eigendom van Rome. Die nacht zou Christus aan hem zijn verschenen en onder andere hebben gezegd: “Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed.” Dit vond Martinus zo indrukwekkend, dat hij zich tot het christendom bekeerde. Na te zijn onderricht door Hilarius van Tours, een theoloog en de bisschop van Poitiers, leefde Martinus een sober leven waarin hij wonderen zou hebben verricht. Uiteindelijk is Martinus bisschop van Tours geworden. Het verhaal gaat dat Martinus daar helemaal geen zin in had. Hij zou zich in het ganzenhok hebben verstopt, waar de bevolking hem vrij makkelijk kon vinden, omdat de ganzen zo’n kabaal maakten. Vroeger werden op 11 november dus vaak Sint Maartensganzen gegeten. Deze zogenoemde ‘dertiende apostel’ heeft tijdens zijn leven veel respect vergaard, wat heeft geleid tot zijn heiligverklaring.
Oorspronkelijk begon rond Sint Maarten de vastentijd, die 40 dagen duurde (tot kerst). In die periode was er minder eten op voorraad en op 11 november, de avond voordat het ‘kerstvasten’ inging, werden alle niet-houdbare etenswaren tijdens het Sint Maartensfeest opgegeten. Het getal 11 is een magic number, dat een grote rol speelt bij de carnavalsviering. Zo is de Eerste Wereldoorlog op 11/11 geëindigd. De Raad van Elf kiest Prins carnaval gewoonlijk op de elfde van de elfde, wanneer eveneens wordt vergaderd over het komende carnavalsseizoen, dat om 11 minuten over 11 ’s avonds officieel van start gaat. Het getal 11 wordt als het gekkengetal gezien, is alleen te delen door zichzelf en staat tussen de 10 (het volmaakte getal) en de 12 (het heilige getal). Carnaval is het feest van zotheid, spot en uitbundigheid. Misschien is dit getal zelfs wel gekoppeld aan het bespotten van de Franse overheersers in de achttiende eeuw.
De oorsprong van carnaval is niet eenduidig vast te stellen; volgens sommige theorieën is dit een heidens feest, dat bij de wisseling van de seizoenen (van winter naar voorjaar) werd gevierd als verwelkoming van de lente. Voor het Grote Vasten, dat begint op Aswoensdag en dient ter voorbereiding van het paasfeest, werden dus weer alle niet-houdbare etenswaren opgegeten. Met de carnavalskleding en het masker zouden boze geesten kunnen worden verjaagd. Anderen beweren, dat het feest van de Grieken afkomstig is. Ter ere van Dionysus (later ook Bacchus genoemd), god van de wijn, landbouw, vruchtbaarheid, plezier en dans, werd de nieuwe wijn geschonken. Dionysus werd op een scheepskar (carrus navalis) de stad binnengereden. De katholieke kerk vond dit niet zo’n puik plan, maar kon zich er ook niet tegen verzetten. Vandaar dat de kerk het carnavalsfeest aan de vastenperiode heeft verbonden. Weer anderen zijn van mening, dat carnaval van oorsprong een kerkelijk feest is in plaats van een heidens vruchtbaarheidsfeest. De kerk zou met dit feest de drempel voor het vasten voor Pasen hebben willen overbruggen. Het feest had ook een opvoedkundig doel, omdat de gewone mens zo enkele dagen kon ervaren wat het betekent als de duivel en hij zelf regeren, in plaats van God. In die betekenis zou het woord carnaval zijn ontstaan uit de woorden carne (vlees) en vale (vaarwel), een verwijzing naar de vastenperiode. Ook kunnen de woorden carne valere (vlees regeren) als inspiratie voor de naam van dit uitbundige feest hebben gediend.
Uitbundig feestvieren voorafgaand aan een periode van vasten komt wereldwijd en niet alleen onder christenen voor. Zo vasten joden voornamelijk tijdens de Grote Verzoendag (Jom Kipoer) tussen eind september en begin oktober. Daarna vindt het Soekot (loofhuttenfeest) plaats ter herdenking van de tijd waarin de Israëlieten in de woestijn leefden. Ook de Dag van de Verwoesting van de tempel (Tisja Beav), dit jaar op 27 juli, wordt herdacht door een periode van vasten. Hierna wordt echter geen feestelijk ‘breken van het vasten’ gevierd. Er wordt immers getreurd om Jeruzalem. Op deze dag worden vooral veel klaagliederen gelezen.
De Ramadan is de negende maand van de islamitische maankalender, een heilige maand van inkeer. In die periode vasten geestelijk en lichamelijk gezonde gelovigen naar het voorbeeld van de profeet Mohammed vanaf zonsopkomst (fajr) tot zonsondergang (maghrib). Het vasten (sawm) dient om de bewustwording in zichzelf te verkrijgen, dat God alles ziet (Taqwa). Deze zelfreflectie en herbezinning schermen een persoon af en beschermen diegene tegen het vervallen in zonde. Vasten is in die zin een schild. Bij het verbreken van het vasten (iftar) wordt eerst een dadel gegeten, naar het voorbeeld van de profeet Mohammed. Daarbij wordt aangeraden een paar glazen water te drinken. Men kan het best zo vezelrijk mogelijk eten, omdat dit de honger uitstelt. Het is ook belangrijk om niet te snel en te veel te eten. Aan het einde van de Ramadan wordt het Suikerfeest (Eid al-Fitr) gevierd. Men beloont elkaar tijdens dit ‘kleine feest’ in de vorm van zoete spijzen en cadeautjes voor een maand lang vasten. Voorafgaand aan het Suikerfeest gaat men naar de moskee, alwaar de aalmoes (zakat) moet worden afgegeven. Het tweede Eid-feest in de islam is het Offerfeest (Eid al-Adha), het ‘grote feest’, dat ongeveer 70 dagen na het einde van de Ramadan wordt gevierd. Dit feest herinnert de moslim eraan dat hij bereid moet zijn indien mogelijk alles op te offeren voor God, net als de profeet Ibrahim die bereid was zijn zoon te offeren. Aan het Offerfeest gaat echter geen periode van vasten vooraf.
In India is vasten onder hindoes heel gebruikelijk; op die manier trekt men zich terug om zich op de geest te focussen. Centraal hierbij staat Ayurveda, het oude Indiase medische systeem dat leidt tot rust van de spijsverteringsorganen. Vasten vindt plaats op bepaalde dagen van de maand, zoals tijdens Purnima (volle maan) en Ekadasi (de elfde dag van de veertien dagen). Daarnaast kunnen mensen elke dag van de week vasten omwille van een bepaalde god, zoals Hanuman (de apengod) en godin Santoshi Mata. Ook tijdens festivals als Navaratri, Shivratri en Karwa Chauth wordt gevast.
Wie vorig jaar op de elfde van de elfde in ons dorp goed had opgelet, had het al kunnen weten. Carnavalsvereniging De Blauwe Bok had speciaal voor de kinderen tijdens Sint Maarten een tent voor het Multifunctionele Centrum De Gearte opgezet, waar zij in ruil voor een liedje een zakje snoep konden ophalen. Aan dat zakje zat een kaartje waarop de volgende woorden stonden: Tige Tank (hartstikke bedankt). Tank is ook de bijnaam van de nieuwe Prins carnaval, die al twintig jaar aan deze carnavalsvereniging is verbonden. Op de Prinsenmedaille die speciaal voor hem is gemaakt, zijn verwijzingen naar zijn hobby’s en werk te vinden. Op zondag 27 november 2022 zijn de leden van De Blauwe Bok naar Sneek gegaan voor een ‘Prinsentreffen’. Alle carnavalsverenigingen uit het noorden van Nederland waren hiervoor uitgenodigd. Op deze manier wordt het carnavalsseizoen afgetrapt en de nieuwe Prinsen worden hier voorgesteld. Opvallend is dat de vertegenwoordiging uit Bakhuizen jong is, vergeleken met de leden van andere carnavalsverenigingen. In ons dorp bestaan de Raad van Elf en de groep hofdames uit jonge enthousiastelingen. Er zijn voor de Raad van Elf zelfs meer gegadigden dan in de Raad passen. Het is traditie dat de Prins zich terugtrekt uit de Raad, zodat een nieuweling zijn plaats kan innemen. Vervolgens kan hij zich aansluiten bij de Senaat, de groep oud-Prinsen.
Binnenkort barst hier het feest los, waarvoor ook andere carnavalsverenigingen worden uitgenodigd. Carnavalsvereniging De Blauwe Bok bestaat dit jaar namelijk 44 jaar. Tijdens dit jubileum zullen allerlei activiteiten worden georganiseerd. Op vrijdag 17 februari gaat het carnaval echt van start, nadat Bakhuizen is omgedoopt tot Bokkedam. Dit zal symbolisch plaatsvinden via de sleuteloverdracht door de burgemeester van de Fryske Marren aan de Prins. Samen met zijn adjudant en hofdame zal de Prins het carnaval inluiden. Wie de kleine Prins of Prinses wordt, wordt binnenkort bekendgemaakt.
Hartelijk dank voor uw reactie.
Marquis de Favras
www.mdf.red